Het Groningen van Klompien

Beschouwingen over zijn Groningen, het landschap en zijn werk als beeldend kunstenaar. Klompien bezoekt zijn voormalig atelier in Niehove, dwaalt door het Groninger landschap en vertelt over zijn kunstenaarschap van duisternis en schemer.

Een film van Buddy Hermans 

Première in 1991

Link naar downloaden of huren
Link naar DVD winkel

Een film van Buddy Hermans

  • Regisseur – Buddy Hermans
  • Producent – Peter Verweij
  • Camera – Jan de Ruiter
  • Geluid – Geert Gritter
  • Montage – Kees Zwart
  • Muziek – Gerard Ammerland
  • Interviews – Lejo Siepe
  • Grading & vervaardiging
  • Productie –  Stichting Beeldlijn
  • Copyright – Stichting Beeldlijn
  • Jaar 1991
  • Financiering – Familie Klompien
  • Lengte  – 20 min
  • Taal – Nederlands
  • Première – Centrum Beeldende Kunst
  • Omroep/distributie – losse verkoop

Al in 1957 beschreef de Groninger dichter, kunstenaar en recensent Hendrik de Vries het werk van Marten Klompien als “oer-Gronings”.

Acht jaar later voegde hij er aan toe: “Zoals er een Amsterdam is van Breitner en een Ghent van De Bruycker, zo is er een Groningen van Klompien.”

In een gesprek met de journalist Lejo Siepe is de schilder in deze documentaire zelf aan het woord over zijn leven, zijn werk en zijn meest geliefde onderwerp.

Marten Klopmien werd in 1917 geborenen Hoogezand als zoon van een binnenschipper. De eerste acht jaar van zijn leven heeft hij varend doorgebracht wat wellicht zijn voorliefde verklaart voor gezichten op havens, gevels aan het water en schepen. Opvallend in zijn werk is de subtiele gevoeligheid voor de schilderachtige weerkaatsing van doorbrekend licht, bij sommige donkere noordelijke luchten, in de singels van de Stad en in de sloten of op het sneeuwdek van het Ommeland.

“De winter boeit me meer dan de zomer”, vertelt de schilder. In dat jaargetijde zijn de normenvan de oernatuur, die hij wil vereeuwigen, duidelijker te herkennen. Dat geldt ook voor de karakteristieke sfeer. “Ik zie het Noorden in bruinen en grijzen. Dat, voor mij, is het Groninger land.”

  • Ank Leeuw Marcar
  • Kunsthistorius